zonnebloemen

Rouw op mijn dak

Vandaag las ik een column van Marieke Dubbelman naar aanleiding van het boek ‘Rouw op mijn dak’ van Martin Los. Haar column gaat onder andere over hoe in de moderne Vinexwijk de dood naar de achtergrond wordt gedrukt: naar de randen van de wijk en dus de randen van ons bewustzijn.

Hoe herkenbaar is dit beeld, niet alleen voor bewoners van Leidsche Rijn, maar ook voor mij als Lombokker en ik denk voor veel mensen in onze maatschappij. Want dit gebeurt niet alleen ruimtelijk bij het ontwerp van nieuwe wijken: geen kerkhof, geen rouwstoet, alleen een crematorium aan de rand, dat vanaf de snelweg makkelijk te bereiken is en waar je, zo schrijft Marieke, snel weer weg bent. Het gebeurt ook – soms bewust maar meestal onbewust – in ons eigen hoofd en hart. De dood – nog aanstaande of reeds gearriveerd – is iets waar we liever niet bij stilstaan. Laat staan dat we er over praten. We drukken de dood weg naar de achtergrond. Totdat je er opeens echt niet meer omheen kunt.

Zo lijdt een lieve bekende van mij al maanden aan kanker. Vanaf het begin was eigenlijk al duidelijk dat genezing onwaarschijnlijk was. Natuurlijk ging zij zelf alle mogelijke chemokuren en behandelingen aan, vastbesloten als zij was om te leven. Maar of genezing lukt, is helaas niet afhankelijk van wil en onverzettelijkheid. En bij haar lukte het niet. De behandelingen sloegen niet aan en de kanker woekerde steeds verder.

De mails die ik hierover kreeg, schokten mij steeds dieper. Toch lukte het mij meestal niet er persoonlijk op te reageren. Ik drukte ze naar de achtergrond, naar de rand van mijn bewustzijn. Ja, we stuurden bloemen, vaker dan eens, vanuit de groep waarmee ik met haar in contact stond. Maar ook daar praatten we er eigenlijk niet over. Iedereen bleef zitten met haar eigen verdriet en pijn. Als het gesprek al werd geopend, viel er te vaak een ongemakkelijke stilte.

De laatste berichten zijn dat de lieve bekende haar laatste dagen of weken in besloten kring doorbrengt. Ik krijg de vraag om – op heel korte termijn – iets aan te leveren voor haar afscheids- en gedenkboek. Twijfel bekruipt mij. Want is het niet raar om nu ineens iets bij te dragen, terwijl ik dat al die maanden hiervoor te vaak niet deed? Maar nee, denk ik, gesteund door de column van Marieke: Het wordt tijd om de dood toe te laten in ons midden. Ik zal vandaag nog iets schrijven voor in het boek. Voor dat het écht te laat is. En dat andere boek, Rouw op mijn dak, dat ga ik snel lezen. Want de dood laat zich niet wegduwen. En dan kunnen we ‘m maar beter een plek geven in ons leven van alle dag.