Gisteren aan het eind van de middag mocht ik met Pepijn en Jan namens GroenLinks een taart aanbieden aan het Wilde Westen. Tot nu toe kende ik die club alleen maar van het jaarprogramma dat ik als wijkbewoner in de bus krijg. Erg leuk daarom om er eens écht binnen te stappen.
En over de drempel slaat mijn altijd gevoelde sympathie om in diepe bewondering. Omdat nog niet iedereen er is, krijgen wij een rondleiding van Dorothé Lucassen. Vol vuur en enthousiasme vertelt zij over de workshops die ze geven, de projecten die lopen, de contacten met buurt en bewoners, de jongerengroep Link, het duizelt me van de mooie initiatieven. Door het verhaal heen klinkt een visie op cultuur in de wijk die mij enorm aanspreekt: nevenactiviteiten (zoals kookwerkplaats) oppakken om groepen binnen te krijgen die je met alleen een cultureel aanbod niet bereikt, jongerengroep en -activiteiten niet isoleren van de rest (omdat je anders last van elkaar kunt hebben) maar juist midden tussen alle andere groepen zetten (omdat je dan elkaar daar zonodig op dingen aan kunt spreken). Terug bij de theetafel blijkt Heleen Korthals net terug van een presentatie op de Villa Nova school, waar samen met de kinderen het vijftien jaar oude schoolgebouw is omgetoverd tot een verzameling toneellocaties waarover iets te vertellen valt. En tussen neus en lippen door hoor je ook dat het soms moeilijk is, bijvoorbeeld omdat ze tegen de zomer dit gebouw weer uit moeten, terwijl hun nieuwe plek in Cereool nog niet klaar is.
Zij zijn blij met de waardering en wij zijn blij met hen en de fantastische manier waarop zij met cultuur in de wijk bezig zijn. Na de taart krijgen wij nog een cadeautje: een cactus (in de woorden van Dorothé: groen en prikkelend, net als GroenLinks – en natuurlijk het beeldmerk van het Wilde Westen) met zwembandjes (“om te zorgen dat we het hoofd boven water houden”).