De burgemeester heeft besloten dat straatmuzikanten voortaan niet zomaar meer muziek mogen maken in onze stad. Ze moeten eerst een vergunning aanvragen en daarvan worden er maar tien per kwartaal vergeven. Omdat sommige straatmuzikanten zich hinderlijk gedragen door in feite geen muziek te maken, maar te bedelen met een muziekinstrument in de hand. En omdat sommigen niet mooi spelen of anderen van hun plek jagen.
Het vreemde is wel dat bij het verstrekken van de vergunningen verder niet gekeken wordt naar het niveau van de muzikant: het is gewoon wie het eerst komt, die het eerst maalt. Wel zijn er verdere regels opgesteld en wie zich daar niet aan houdt, kan gedurende enige tijd verder uitgesloten worden van de carrousel. Zo op het eerste gezicht een nogal vreemde maatregel in een stad als Utrecht. Dat is ook de reden dat ik de brief waarin het college dit besluit bekend maakt, heb geagendeerd voor bespreking in de commissie mens & samenleving. Ik wil wel eens weten hoe dit past in het streven naar deregulering dat Utrecht zo hoog in het vaandel heeft staan. En waarom bestaande instrumenten tegen bedelen niet voldoen als het om straatmuzikanten gaat. En vooral hoe andere partijen over de maatregel denken. Want het maken van muziek is een prima manier voor juist mensen aan de onderkant van de samenleving om een inkomen te verdienen of aan te vullen. En wat mij betreft horen straatmuzikanten gewoon bij de grote stad. Dit lees ik ook in het gedicht ‘gestolen tijd’ dat staat in het boekje Paradijs bv van Riccardo Alberelli (zie mijn eerdere blog):
Zelden stond ik zo tevreden stil
als nu op de stadhuisbrug
in de schaduw van de boekwinkel.
Deze laatste zomerdag van september
zijn zoals vaker jongeren neergestreken
op de trappen van het stadhuis.
Een Spaanse jongen zingt met zijn gitaar
een ander speelt strijkend cello
een derde klapt Spaans in zijn handen.
De laatste zomerse jurkjes,
de laatste dwarrelende meisjes.
Op deze gestolen middag
in deze gestolen tijd
zo tevreden stilstaand.
Ik blijf hier altijd staan.
Nou, als het aan de burgemeester ligt, kan Alberelli (en alle Utrechters met hem) de Spaanse muzikanten voortaan wel vergeten. Want zij zijn als bezoekers natuurlijk niet op de hoogte van onze regels en zullen zeker niet op tijd zijn om een vergunning aan te vragen. Dat zou onze stad toch wel verschralen. Natuurlijk: ik vind ook niet alles mooi, maar wil wel af en toe in vervoering blijven stilstaan…
In de Parijse metro speelde een aantal jaren geleden ongeveer hetzelfde: het was verboden te spelen in de metro-stations. Totdat de exploitant RATP tot het besef kwam dat kwalitatief goede muziek een verrijking van het ondergrondse wereldje kon zijn. Er werd een commissie in het leven geroepen, waar muzikanten auditie konden doen. Nadat ze van hun kwaliteiten hadden blijk gegeven, kregen muzikanten vergunning om een x-aantal weken in de metrogangen te spelen. Het voorbeeld van Parijs is later gevolgd door vele Europese steden, zoals Barcelona en Brussel.
Hier ligt een kans voor Utrecht om muzikaal talent een kans te geven. Maar ja, die commissie…. De raad wellicht? Eens in de drie maanden een auditie op de agenda? Ik durf te wedden dat de publieke tribune vol zit!
STELIAAAAAAAN!!!!!!!!!!
Het voorstel van Maarten brengt op z'n minst leven in de politieke arena. De anonieme reageerder vindt klaarblijkelijk dat er belangrijker zaken zijn om je mee bezig te houden. Dat geldt wat mij betreft ook voor de toezichthouders. Dus als we die vergunning nou gewoon laten zitten, kan toezicht en handhaving zich met echt belangrijke dingen bezig blijven houden…