Toegegeven, zaterdag op de Stadhuisbrug was het akelig koud (maar hartverwarmend druk met GroenLinkse flyeraars). En vanmiddag toen ik vanuit mijn warme kantoor de koude witte wereld in Woerden binnenstapte, dacht ik heel even dat ik me had vergist. Maar rond het middaguur in Waddinxveen zat er onmiskenbaar voorjaar in de lucht.
De zon brak even door en straalde meteen warmte uit. Uit elke boom, struik en dakgoot klonk het gefluit en geroep van vogels van divers pluimage op zoek naar een nestelmaatje. En net als gisteren in Utrecht vlogen er vlak voor m’n neus kramsvogels op.
Of dat laatste een teken is van voorjaar weet ik niet. Maar voor twijfel is geen ruimte meer nu ik op het Duitse journaal de weervrouw hoorde vertellen dat de gaten in het wolkendek morgen groter worden en de zon definitief gaat doorbreken.
Het kan natuurlijk zijn dat ik ben beïnvloed door de campagne en de zin in nieuw fris groen die daar zo duidelijk uit spreekt. Ik sta te popelen om te gaan spitten en zaaien in m’n volkstuin en kijk al uit naar de eerste piekjes (Fries voor eendekuiken) in de sloten. Voor die tuin zijn maatjes natuurlijk ook welkom. Maar dan moet wel eerst de vorst uit de grond. Dus laat die zon en grotere wolkengaten maar komen!